Het is een hot topic: de plek van AI in het onderwijs. De maand juni is de Maand van Artificial Intelligence in het onderwijs en dat vinden wij hét moment om de door ons geleerde lessen so far te delen. Fundatis adviseurs Eric en Davide spraken met drie experts van NPuls: Bram Enning, JaapJan Vroom en Dominique Campman. Waar staan we nu als het gaat over AI in het onderwijs? Welke uitdagingen, risico’s, onzekerheden en vóóral: welke kansen brengt AI het onderwijs? Een update.


Davide: “Jullie zijn alledrie verbonden aan NPuls. Wat doet een aanvoerder bij NPuls?”

Bram: “Een aanvoerder is een expert op het domein (Studiedata & AI red.), maar heeft ook nog een been in de instelling. Dat laatste is heel belangrijk, omdat wij daardoor niet alleen weten wat er speelt, maar ook hoe we zo’n instelling mee kunnen krijgen in innovatieve veranderingen. We brengen de boodschap richting de instelling: wat gaat er gebeuren en hoe wordt dat aangepakt – en toetsen dit aan de behoeften van het onderwijs.”

JaapJan: “We hoeven niet zelf expert te zijn op alles, maar we kennen de experts wel en weten hen ook te vinden. Dat maakt dat een aanvoerder echt een verbinder moet zijn. Een aanvoerder loopt voorop, neemt mensen mee en wijst initieel de richting, om vervolgens met elkaar de beste koers te maken.”

LES 1: KEN DE TECHNIEK

Davide: “Wij zijn vanzelfsprekend heel benieuwd naar de ontwikkelingen van AI voor studenten, docenten en instellingen. Wij richten ons meer op de gebruikerskant van AI in het onderwijs en minder op de technische kant. De manier waarop AI technisch werkt, is voor ons als leek te complex.”

Bram: “Toch is het wel belangrijk dat we de basics van de techniek achter AI kennen. Als AI gevoed wordt met slechte informatie, dan komt er ook een slecht antwoord uit. Het principe garbage-in-garbage-out is natuurlijk al heel oud in de IT, maar geldt dus ook voor AI.”

JaapJan: “We noemen dat ook wel AI-geletterdheid. Je moet ongeveer weten wat er gebeurt om te kunnen beoordelen hoe betrouwbaar iets is.”

Davide: “Lijkt het wat dat betreft niet op de huidige manier van onderzoek doen, zonder gebruik van AI? Daarin moet een student of onderzoeker ook veel literatuur doornemen waarin soms ook conflicterende conclusies staan. Het is dan aan de student of onderzoeker om te bepalen welk standpunt er gevolgd gaat worden.

JaapJan: “Ja, min of meer wel. Het resultaat van je onderzoek wordt bepaald door waar je allemaal naar kijkt. Maar dat is nou juist het probleem met AI. Het is niet duidelijk waar naar gekeken wordt. Dat maakt de ontwikkeling in het Nederlands AI model heel interessant, omdat we daar hopelijk vanuit kunnen gaan dat de informatie ‘schoon’ is. Maar zelfs dan moet je altijd je gezond verstand gebruiken bij de informatie die je krijgt voorgeschoteld.”

LES 2: EXPERIMENTEER

Eric: “Wat is het eerste advies dat jullie onderwijsinstellingen en professionals daarbinnen geven?”

Bram: “Wij stellen dezelfde vraag aan experts en zij antwoorden eigenlijk allemaal met ‘experimenteren’. Iedereen moet er mee aan de slag. Dat gebeurt gelukkig ook. We zien ook dat er dringend behoefte is aan kaders rondom bijvoorbeeld ethiek, privacy en milieu. Instellingen helpen elkaar door kennis-uitwisseling. Enerzijds zijn instellingen bezig met allerlei vormen van AI-experimenten. Een voorbeeld is een docent die AI had getraind om feedback te geven op zijn eigen kennisclips. Anderzijds zijn instellingen ook aan de gang om de ontwikkelingen met AI beheersbaar te houden en ervoor te zorgen dat niet alles zomaar in de cloud terecht komt. We noemden de ontwikkeling van de Nederlandse ChatGPT al, maar de EUR en UvA zijn bijvoorbeeld ook bezig met een privacy vriendelijke vorm van AI binnen de eigen ICT-infrastructuur. Problemen aan de voorkant al wegnemen, maakt dat het gebruik van de tools een stuk makkelijk wordt.”

JaapJan: “Instellingen moeten meer aandacht gaan geven aan de AI-geletterdheid van alle medewerkers, zeker ook van bestuurders. Zij moeten snappen wat er gebeurt, zodat er betere keuzes kunnen worden gemaakt.”

Eric: “Het biedt instellingen ook kansen om zich op een bepaalde manier te profileren. Elke instelling gaat dit waarschijnlijk anders aanpakken, dus kan het een onderscheidend element worden.”

LES 3: DE ROL VAN EEN DOCENT VERANDERT

Bram: “De grootste impact wordt op dit moment gevoeld op het gebied van toetsing. Is het bewijsmateriaal van een student nog wel authentiek en dus te vertrouwen? Met die vraag worstelen heel veel docenten op alle instellingen en dus zijn instellingen weer bezig om die vraag te beantwoorden. Gelukkig gaat dit snel, dus ziet dit er over een jaar heel anders uit. Wat we de student leren én hoe we dat gaan toetsen, zal wel mee moeten veranderen. Het is een stuk makkelijker geworden om een stuk tekst in een bepaalde opzet aan te leveren, maar je moet als student nog wel kunnen beoordelen of dat dan de juiste opzet is.”

JaapJan: “Heel veel wijkt dat niet af van hoe het er in de periode voor AI aan toeging. Ook dan kon je als student dingen overschrijven en inleveren, maar dan kon je als docent nog terugvallen op de plagiaatcontrole. Met AI is dat een stuk lastiger gemaakt, want je hebt binnen no-time een aangepaste versie van de tekst. De vraag die dan rijst is of het nou zo erg is dat studenten informatie zo snel bij elkaar kunnen zoeken en laten schrijven door AI.”

Onderwijsinstellingen moeten aandacht
gaan geven aan de AI-geletterdheid
van alle medewerkers

 

Bram: “Dat is niet per se erg. Echter, AI is, zeker op dit moment, nog niet heilig. Er komen dingen uit die niet kloppen. Een student zal dan toch moeten leren om de gepresenteerde informatie te beoordelen.”

Eric: “Zouden we studenten niet anders moeten gaan toetsen, juist omdat ze andere vaardigheden gaan ontwikkelen?”

Bram: “Ja, en dat zie ik ook gebeuren. Je ziet dat bijvoorbeeld terug in het scriptieproces. Voorheen was het voldoende om een student een paar keer te spreken over de scriptie en dan de scriptie in de eindversie te ontvangen. Nu zien we dat er veel meer aandacht is voor tussenproducten, zodat je de groei van het document ziet en je de docent een student kan vragen om te reflecteren op het ontstaan van het document.”

Davide: “Kost dat docenten juist niet meer tijd, want de begeleiding wordt geïntensiveerd?”

JaapJan (met een knipoog): “Eén van de positieve dingen van AI dus. Maar dat ligt aan wat voor product en instelling het betreft. In het mbo is dit probleem namelijk niet zo groot, omdat daar sowieso al meer begeleiding is en er minder met kennisproducten wordt gewerkt. In het ho is dat inderdaad een wat groter probleem.”

Bram: “Ik weet niet zeker of dat echt een hogere last oplevert voor de docent. De inzet van de docent wordt namelijk verspreid over een langere tijd, wat een lagere piekdrukte geeft. Een docent hoeft dan minder tijd te besteden aan het eindproduct omdat alle tussenproducten al zijn gelezen.”

Dominique: “Op de Onderwijsdagen keek ik mee naar nieuwe AI-detectietools, een aanvulling op de plagiaatcontrole. Alhoewel het nog niet werkt voor de Nederlandse taal, laat het wel zien dat dit volop in ontwikkeling is. Een ander voorbeeld waarbij het de werkdruk van docenten juist wel verlaagt, is wanneer een docent ChatGPT gebruikt om in bulk 50 essays te laten voorzien van positieve feedback op basis van een metrics. De resultaten waren echt verrassend goed!”

Wanneer een docent ChatGPT gebruikt
om in een bulk vijftig essays te laten
voorzien van positieve feedback
– op basis van een metrics –
is dat juist werkdrukverlagend.

 

Dominique: “AI zal een extra tool in de gereedschapskist van de docent gaan worden, dat het onderwijs verder zal verrijken.”

JaapJan: “Een docent moet snappen hoe verschillende doelgroepen het beste kennis tot zich nemen, gebruikmakend van de tools die er zijn. Soms is het nodig dat je alleen iets mondeling hoeft over te dragen, maar het kan ook zijn dat een doelgroep met behulp van een virtuele assistent door het boek wordt begeleid. Dat zou toch fantastisch zijn!”

Bram: Ik denk ook dat het trainen van AI een nieuwe docent-vaardigheid gaat worden. Een docent blijft wel verantwoordelijk voor het leerproces.”

LES 4: OMARM DE MOGELIJKHEDEN

Bram: “Ik sprak laatst een datasteward en die was wat verontrust omdat studenten in een soort SPSS voor kwalitatief onderzoek, gebruikmaken van een knop dat gespreksverslagen, met behulp van ChatGPT, omtovert tot een goed lopend verhaal voor hun onderzoek. Een taak waar studenten normaal toch wel een paar weken mee bezig zijn. Je ziet dus dat leveranciers dit soort functionaliteiten aan het inbouwen zijn – en studenten weten die te vinden.”

Dominique: “Toen er computergestuurde apparaten werden gebouwd, zag je dat bedrijven op een gegeven moment ook vragen naar studenten die de skills hebben ontwikkeld om gebruik te kunnen maken van die machines. Om aan die vraag te kunnen voldoen, past het onderwijs zich aan en worden lesmateriaal en lesvormen ontwikkeld waardoor studenten die skills op kunnen doen. Ik weet bijna zeker dat dit ook voor AI gaat gelden. Je kunt gewoon niet om deze ‘machine’ heen.”

JaapJan: Een ontwikkeling die we ook op zien komen is de begeleiding van student en docent. Een AI assistent gaat hen helpen om te kijken naar waar ze staan, waar ze naartoe willen om vervolgens het beste persoonlijke pad te kunnen bepalen. Ook hier zit natuurlijk weer een risico aan, want mensen moeten ook zelf keuzes leren maken. Daarnaast willen we ook graag een gevoel van controle houden. Het zou dan ook mooi zijn als we met behulp van AI een ideaal pad krijgen voorgeschoteld, maar ook met enkele zijtakken én dat de student dan vervolgens zelf de afweging en keuze maakt. Dan heb je toch het beste van twee werelden.”

Davide: “Hebben jullie om af te sluiten nog een advies aan onderwijsinstellingen om iets aan de AI-geletterdheid doen?”

JanJaap: “Veel instellingen zijn – gelukkig – bezig met allerlei experimenten, dan lijkt het lastig om medewerkers al te trainen. Maar zo werkt het vaker als het om onderwijsinnovatie gaat. Door actief bezig te zijn met experimenten en visie-ontwikkeling, doet een instelling al heel veel met haar eigen AI-geletterdheid. Dat komt het onderwijs alleen maar ten goede.”

Bram, JaapJan en Domique zijn verbonden aan NPuls: een landelijk programma waarin onderwijs-instellingen samen optrekken en de kwaliteit van onderwijs verbeteren.

 

Op npuls.nl/actueel verschijnen met regelmaat updates over Expeditie AI.